Cookie Instellingen

Om Topfund.nl goed te laten functioneren maken we gebruik van cookies. Lees hier meer over Privacy & cookies.

Alle cookies accepteren
sluiten
Oliecrash zou ook de aandelenmarkten wakker moeten schudden
Portret Hein Praats
Een column door
Hein Praats

Oliecrash zou ook de aandelenmarkten wakker moeten schudden

Datum:
22/4/2020
Het instorten van de olieprijs deze week geldt als een rinkelende alarmbel. Aandelenbeleggers die sinds begin deze maand zijn meegesleurd in de markteuforie, zouden er goed aan doen deze waarschuwing ter harte te nemen.

Wat er afgelopen maandag in de oliemarkt gebeurde, is ongekend en zonder weerga. De futures prijs voor de mei-levering van een vat West Texas Intermediate (WTI), de benchmark voor Amerikaanse olie, stortte in naar -$40 (minus dus!). Daarmee was er voor het eerst in de geschiedenis sprake van een negatieve olieprijs, wat aangeeft dat de markt momenteel zozeer wordt overspoeld met het zwarte goud, in een wereld waarin er door de coronacrisis nog amper vraag naar is, dat er bijna geen ruimte meer is om het op te slaan. En dus betáálden verkopers de kopers om van de olie af te komen.

Problemen gebagatelliseerd

Rasoptimisten beweerden al snel dat dit slechts een lokaal, markttechnisch ‘opslagprobleempje’ betrof en merkten op dat het niet ongebruikelijk is dat de prijs van een oliecontract voor levering in de eerstvolgende maand onder die van levering voor verder weg in de toekomst ligt. Die redenering lijkt de problemen in de oliemarkt echter net zo te bagatelliseren als beweren dat het coronavirus slechts leidt tot een niesbuitje en dan weer over is.

Maar een vat olie kopen en daar grof geld op toe krijgen is simpelweg niet normaal. Bovendien daalden kort daarna ook de olieprijzen voor levering later dit jaar en bleef de prijsval niet beperkt tot alleen Amerikaanse olie; de prijs van een vat Brent-olie – de internationale oliebenchmark – is sinds het begin van de week inmiddels ook al met 40% gedaald.

Wereldeconomie in nood

De ellende die zich op de oliemarkt openbaart zegt veel over de grote nood waarin de wereldeconomie verkeert, waarbij luchtvaartmaatschappijen, horecaondernemingen en evenementenbedrijven – om er maar een paar te noemen – niet verwachten snel weer aan de slag te kunnen. En ook huishoudens worden met de dag pessimistischer over de economische vooruitzichten, getuige de recorddaling in het consumentenvertrouwen tussen maart en april.

Dit suggereert wat mij betreft dat beleggers te optimistisch zijn over de snelheid en de kracht waarmee bedrijven en economieën kunnen herstellen van de vele coronalockdowns, waarin grote delen van de wereld nog steeds zitten. De toonaangevende Dow Jones Index ligt immers alweer 25% hoger dan het dieptepunt van precies een maand geleden.

Ongerechtvaardigd

Nu is het op zich niet verwonderlijk dat na een val van meer dan 10.000 punten koopjesjagers voorzichtig het water testen – daarbij gestimuleerd door de helpende hand van centrale banken die onder leiding van de Amerikaanse Fed bakken met geld bijdrukken om de bedreigingen voor het financiële systeem de kop in te drukken. Maar om dan meteen te denken in termen van een V-vormig herstel, waarbij bedrijven en economieën nu het ergste al achter de rug hebben en groeicijfers snel genoeg weer op pre-coronaniveau zullen liggen, lijkt me op zijn zachtst gezegd erg voorbarig. En hoewel het afvlakken van de overlijdens- en verspreidingscurves van het virus in veel landen bemoedigend is, rechtvaardigt die voorzichtig positieve ontwikkeling niet een dergelijk snelle en grote rally in de aandelenmarkten.

‘Buy the dip’-beleggers die het idee van een langer dan verwachte duur én nasleep van deze coronacrisis achteloos wegwuiven en tegelijkertijd de argumenten voor een volgende verkoopronde naast zich neerleggen, hoeven alleen maar te kijken naar hoe oliehandelaren zich momenteel de haren uit hun hoofd trekken…