Cookie Instellingen

Om Topfund.nl goed te laten functioneren maken we gebruik van cookies. Lees hier meer over Privacy & cookies.

Alle cookies accepteren
sluiten
‘Inflation is always and everywhere a monetary phenomenon’ (Milton Friedman – grondlegger van het monetarisme, 1963)
Portret Hein Praats
Een column door
Hein Praats

‘Inflation is always and everywhere a monetary phenomenon’ (Milton Friedman – grondlegger van het monetarisme, 1963)

Datum:
13/5/2022
Piet Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS, haalde zich een paar weken geleden de woede op de hals van veel conservatieve economen. In verschillende interviews zei hij dat de huidige hoge inflatie weinig te maken heeft met het extreem verruimende beleid van de ECB. En dat is iets dat indruist tegen de gangbare gedachte van veel monetaristen.

Zij stellen namelijk dat een te hoge geldgroei – hoger dan de groei van het nationaal inkomen – vroeg of laat tot meer inflatie leidt. Ofwel: als het aanbod van geld harder groeit dan de productie van goederen en diensten, kan het niet anders dan dat het geld minder waard wordt. Van Mulligen meent echter dat het bestaan van correlatie tussen geldgroei en inflatie niet per definitie betekent dat er tussen die twee dan ook sprake is, of moet zijn, van causaal verband.

Wat dat aangaat bleef hoge inflatie de afgelopen jaren in ieder geval hardnekkig achterwege, terwijl de rente almaar lager zakte en de geldgroei steeds hoger opliep. Dat had natuurlijk veel te maken met het feit dat economieën – door minder groei als gevolg van de coronacrisis – wereldwijd te veel waren verzwakt om voldoende vraag te creëren teneinde de prijzen van goederen en diensten op te jagen.

Uiteindelijk toch fors hogere inflatie

Waarom de inflatie de afgelopen maanden wél fors is gaan oplopen laat zich raden. Enerzijds konden bedrijven en consumenten het tijdens de coronalockdowns opgepotte geld na het openstellen van economieën weer gaan uitgeven. En anderzijds raakten de internationale toeleveringsketens steeds meer verstopt doordat de productie moeizaam op gang kwam – denk aan chips – én de transportkosten binnen mum van tijd de pan uitrezen. Daarnaast heeft de oorlog in Oekraïne de inflatie wereldwijd nog eens extra omhoog gestuwd met energieprijzen die door het dak zijn gegaan en voedsel dat door de fors stijgende agrarische grondstofprijzen ook steeds duurder is geworden. Al met al niet verwonderlijk dat de inflatie momenteel zo explodeert.

Toch vragen veel analisten zich af of het rentewapen in deze fase van de conjunctuur wel zo grof moet worden ingezet. Daarbij is de vraag gerechtvaardigd of de hoge inflatie dit keer ook weer gaat leiden tot hogere looneisen, zoals dat in de jaren zeventig gebeurde. Daar heb ik mijn twijfels bij. In ons land stijgen de CAO-lonen nu met 3,3%, terwijl de inflatie op meer dan het dubbele ligt. Elders in Europa komen de lonen ook nauwelijks van hun plek, terwijl er wel tekorten op de arbeidsmarkt zijn. In de VS is het vanwege de betere staat van de economie een iets ander verhaal. Daarom is het begrijpelijk dat de FED ingrijpt, al rijst ook daar de vraag hoe ver men moet gaan.

Loon-prijsspiraal

De risico’s van te snelle en te veel rentestappen zijn aanzienlijk, al wijst het verleden uit dat er soms gewoon geen andere keuze mogelijk is. Begin jaren tachtig bijvoorbeeld. Na de tweede oliecrisis, waardoor rente, inflatie en lonen met meer dan 10% waren gestegen, grepen de beleidsmakers onder leiding van Paul Volcker hardhandig in. Met een hoge rente – die in de VS tot 20% steeg – werd toen een recessie geforceerd. Omdat de vakbonden daardoor geen financiële ruimte meer hadden om een vuist te kunnen maken, werd een inflatoire loon-prijsspiraal succesvol doorbroken.

Latijns-Amerikaanse schuldencrisis

Maar er waren ook keren dat het beteugelen van inflatie leidde tot onbedoelde (flink) negatieve bijeffecten. Toen begin jaren negentig de inflatie weer veel te hoog dreigde te worden, was het Alan Greenspan die ingreep. Ook toen leidde een reeks rentestappen tot de nodige afkoeling van de economie, al was de prijs die daarvoor uiteindelijk werd betaald wel erg hoog. De sterk gestegen Amerikaanse rente had namelijk tot gevolg dat verschillende landen in Latijns-Amerika hun buitenlandse (lees: dollar-) schulden niet meer konden terugbetalen, wat op zijn beurt weer leidde tot een wereldwíjde schuldencrisis.

Kredietcrisis

In het vorige decennium ging het weer fout, achteraf bijna fataal fout zelfs. Nadat de Amerikaanse monetaire beleidsmakers – in reactie op de oorlog in Irak – de rente begin deze eeuw fors hadden verlaagd, zagen zij zich gedwongen deze een paar jaar later weer fors te verhogen. Dat kwam omdat consumenten door de lage rente en hoge vastgoedprijzen veel te veel geld uitgaven en de tekorten op de lopende rekening van de VS tegelijkertijd onbeheersbaar waren geworden. De flink hogere rente leidde dit keer echter tot een crisis op de huizenmarkt die uiteindelijk het hele financiële systeem zelfs aan de rand van de afgrond bracht.

Na verkrapping (snel) weer verruiming

Dit keer zien we dat de rente oploopt, terwijl het einde van de economische cyclus in zicht is. Dat is zeker ook niet zonder risico’s. De kans bestaat dat de prijzen van aandelen (al gaande) en vastgoed (wellicht ook snel) gaan corrigeren, waardoor de bestedingen – behalve door inflatie en een kelderend consumentenvertrouwen – nog verder onder druk komen te staan en we dit jaar zomaar in een recessie kunnen belanden.

Op hun beurt kunnen de centrale banken, onder aanvoering van de FED, ons daar dan weer uittrekken, door de monetaire teugels, na een kort en hevig rondje renteverhogingen, snel (al in 2023?) weer te gaan laten vieren…