Cookie Instellingen

Om Topfund.nl goed te laten functioneren maken we gebruik van cookies. Lees hier meer over Privacy & cookies.

Alle cookies accepteren
sluiten
Draghi heeft bij aangekondigde investeringsplannen de steun van zijn voormalige werkgever hard nodig
Portret Hein Praats
Een column door
Hein Praats

Draghi heeft bij aangekondigde investeringsplannen de steun van zijn voormalige werkgever hard nodig

Datum:
28/4/2021
Nu de rente op Italiaanse (staats)obligaties steeds hoger oploopt, zullen de ambitieuze economische herstelplannen van premier Mario Draghi sterk afhangen van de medewerking van de ECB.

In navolging van de oplopende obligatierentes in de VS zitten ook de rentes op Italiaans schuldpapier in de lift. Zo staat de 10-jaars Italiaanse staatsobligatierente momenteel op het hoogste punt in meer dan zes maanden tijd.

Toch zal met het oog op de onlangs aangekondigde ambitieuze investeringsplannen van Draghi – om de Italiaanse economie te hervormen en door de coronacrisis heen te loodsen – de weg naar écht economisch herstel alleen maar kunnen worden ingeslagen wanneer de kosten voor de forse leningsbehoeften van het Zuid-Europese land onder controle blijven.

Geruststellen en controle houden

Juist met betrekking tot dat laatste kan Draghi de hulp van zijn oud-werkgever, de ECB waar hij jarenlang voorzitter van was, in de huidige omstandigheden goed gebruiken. Zolang zijn opvolger, Christine Lagarde, erin slaagt om obligatiebeleggers gerust te stellen en het positieve renteverschil tussen Duitse en Italiaanse (staats)obligaties onder controle weet te houden, zullen investeerders het hogere rendement dat Italië biedt in vergelijking met de rest van Europa (met uitzondering van Griekenland) blijven waarderen en Italiaans schuldpapier dus ook blijven kopen.

En dat is nodig ook nodig, want analisten hebben becijferd dat beleggers dit jaar, bovenop de obligatieprogramma’s van de ECB, ongeveer €70 miljard aan nieuw uit te geven Italiaanse obligaties moeten kopen om de totale financieringsbehoefte van de Italiaanse Staat te kunnen vervullen. Hoewel het belangrijk is dat daarbij het aantal buitenlandse kopers gaat toenemen – zij hebben nu slechts zo’n 30% van het Italiaanse staatspapier in handen, wat procentueel veel minder is dan bij veel andere grote Europese landen het geval – zal dat alleen maar gebeuren als zij zich ook veilig wanen.

Draghi kan het niet alleen

Daarvoor is allereerst een belangrijke taak weggelegd voor Draghi. Die moet later deze week niet alleen een bekwaam hervormingsplan aan de Europese Commissie presenteren, maar dit daarna ook efficiënt uitvoeren – iets dat zijn voorgangers tot nu toe nooit echte lukte. Dat Draghi daarbij enorm geholpen gaat worden door de €200 miljard die Italië als grootst begunstigde van het pandemieherstelfonds (ter waarde van in totaal €750 miljard) van de Europese Unie naar verwachting ontvangt, staat buiten kijf. Maar er is meer nodig om het vertrouwen van beleggers in Italië op meer continue basis (weer) op te wekken. Dat kan Draghi niet in zijn eentje.

Daarom zal Lagarde zijn ‘whatever it takes’-mantra moeten voortzetten en weerstand moeten bieden aan de verschillende beleidsbeslissers (van vooral Noord-Europese landen) binnen de ECB, die het pandemisch obligatie-opkoopprogramma (PEPP) nu al willen beteugelen, nog voordat de economische hulpmissie echt op gang is gekomen – laat staan zijn hersteldoel heeft bereikt.

Gelukkig is het zover nog niet en zijn er zelfs positieve signalen te bespeuren. Waar een aantal weken terug de snelheid waarmee de ECB obligaties opkocht terugliep, laten de meest recente data zien dat het opkooptempo weer is opgeschroefd, waarbij Lagarde ook nog eens heeft aangegeven dat deze versnelling op zijn minst zal voortduren tot de volgende ECB-meeting (van 10 juni aanstaande).

Veel te vroeg voor monetaire verkrapping

Het handhaven van de monetaire verruimingpolitiek geeft dan ook een belangrijke steunboodschap aan de Italiaanse obligatiemarkt, terwijl het vroegtijdig terugdraaien ervan juist rampzalige gevolgen zou kunnen hebben.

De bestedingsplannen van Draghi (ter waarde van meer dan €250 miljard) om de economische klappen als gevolg van de coronacrisis te boven te komen, zal het Italiaanse begrotingstekort namelijk naar schatting tot meer dan 160% van het bruto binnenlands product (bbp) opdrijven. Bijgevolg zal het wegvallen van een groot deel van de vraag naar (staats)obligaties – vanwege de inverse relatie tussen obligatiekoers en obligatierente – resulteren in (fors) hogere rentes, waardoor de financieringskosten van de grote Italiaanse schuld evenredig hard oplopen, wat het land op zijn beurt zomaar in een negatieve spiraal kan doen afglijden.

Dat financiële problemen in de op twee na grootste economie van Europa ongetwijfeld ook tot economische malaise in de eurozone zal leiden, zou voor Lagarde reden genoeg moeten zijn om de ‘haviken’ (die anders dan de ‘duiven’ de monetaire teugels eerder vroeger dan later willen aantrekken) binnen de ECB nog een tijdje langer in toom te houden…