Cookie Instellingen

Om Topfund.nl goed te laten functioneren maken we gebruik van cookies. Lees hier meer over Privacy & cookies.

Alle cookies accepteren
sluiten
Arrivederci Mario, bonjour Christine
Portret Hein Praats
Een column door
Hein Praats

Arrivederci Mario, bonjour Christine

Datum:
4/11/2019
Oud-voorzitter Draghi verliet de Europese Centrale Bank met een knal. Nieuwbakken topvrouw Lagarde zette al voor haar aantreden de toon. Hoewel de macht wisselt aan de top van de ECB, lijkt Europa onveranderd gepolariseerd te blijven.

Mario Draghi is vooral vermaard om zijn ‘whatever-it-takes’-toespraak in 2012. Het waren woorden die later werden opgevolgd met daden om de eurocrisis te bezweren. Naast een ongekend groot obligatieopkoopprogramma dat werd gelanceerd, volgden in de jaren daarna renteverlagingen elkaar op. Tijdens Draghi’s acht jaar durende voorzitterschap werd de rente nooit verhoogd.

Hoewel onder leiding van de Italiaan de werkloosheid in de eurozone daalde, slaagde de ex-bankier van Goldman Sachs er niet in om de inflatie blijvend op te krikken richting de ECB-doelstelling. Tijdens zijn ambtstermijn lag het inflatiecijfer gemiddeld op 1,2%, vergeleken met een inflatiedoel van (dichtbij of onder) 2%.

Laatste kunstje

Dat de ECB als een van de laatste centrale banken in de wereld zo stringent vasthoudt aan het inflatiemandaat, gaf Draghi recent aanleiding tot zijn laatste kunstje als ECB-voorzitter. Het beleidscomité van de ECB besloot namelijk in september om de depositorente nog verder te verlagen (van -0,4% naar -0,5%) en om het opkopen van obligaties te herstarten. Naar achteraf blijkt werd dat besluit niet zonder slag of stoot genomen. Sterker nog, de Financial Times rapporteerde kort na bekendmaking dat hierover knallende ruzie was ontstaan. Draghi zou daarbij vooral zíjn zin hebben doorgedreven; tegen de wens van het Noord-Europese kamp en, niet geheel verwonderlijk, juist tot voldoening van het Zuid-Europese.

In deze sterk verdeelde staat verliet Mario Draghi afgelopen vrijdag dus de ECB om het stokje over te dragen aan voormalig IMF-directeur Christine Lagarde. Gehoopt werd dat de Française wat van de opgelopen interne stress zou verlichten. Die hoop vervloog echter onmiddellijk toen Lagarde – nog daags voor haar officiële aanstelling ­– Duitsland en Nederland berispte, omdat beide landen te weinig zouden doen met hun begrotingsoverschotten (van respectievelijk 1,8% en 1,5% in 2018). Ze stelde dat landen die budgettaire ruimte hebben, deze ook moeten benutten om bijvoorbeeld te investeren in onderwijs, innovatie en infrastructuur om daarmee, naast het aanwakkeren van groei in eigen land, ook de Europese economie als geheel te stimuleren.

‘Not done’

Dergelijke kritiek op individuele lidstaten wordt als ‘not done’ ervaren, aangezien EU-functionarissen volgens hun mandaat dienen te handelen in het belang van de eurozone als geheel. Alsof dat nog niet genoeg kwaad bloede zette, antwoordde Lagarde op een vraag over de impact van negatieve rentetarieven op spaarders dat ‘Europeanen blij moeten zijn dat ze een baan hebben, in plaats van zich zorgen te maken over hun spaargeld’.

Met haar aan- en opmerkingen lijkt de sinds 1 november aangetreden ECB-president zich bij voorbaat weinig aan te trekken van tensie binnen de EU, noch van kritiek op het ultralage rentebeleid. Daarmee heeft madame Lagarde dan ook gelijk de toon gezet.